Bloedtest om ziekte van Alzheimer uit te sluiten

Tijdige en duidelijke diagnostiek voor de ziekte van Alzheimer blijft lastig. Een bloedtest die de ziekte uitsluit is een stap in de goede richting.

Beginstadia van de ziekte van Alzheimer gaan gepaard met cognitieve achteruitgang, maar omgekeerd is cognitieve achteruitgang niet per se gekoppeld aan de ziekte van Alzheimer. Er wordt hard gewerkt aan snelle en betrouwbare diagnostische testen om aan de hand van specifieke Alzheimer eiwitten (amyloïde en tau) de ziekte vast te stellen. Maar het blijkt ook mogelijk om de ziekte uit te sluiten op basis van een bloedtest.

In een grootschalige studie is onlangs succes geboekt met een bloedtest die een combinatie van twee specifieke eiwitten detecteert: gefosforyleerd Tau-181 en apolipoproteïne E4. In een onderzoek met bijna vijfhonderd patiënten die cognitieve achteruitgang tonen, bleek de negatief voorspellende waarde van deze test maar liefst 96,2%. Dat betekent dat de test kan worden gebruikt om patiënten te identificeren bij wie de cognitieve achteruitgang waarschijnlijk geen verband houdt met de ziekte van Alzheimer. In de klinische praktijk kan deze relatief eenvoudige bloedtest zorgverleners helpen beslissen of verdere onderzoeken met PET-hersenscans of het nemen van hersenvochtmonsters noodzakelijk zijn.

Voor bron zie hier.