In een medicatiepaspoort staat geregistreerd of en hoe een medicijn bij iemand werkt. Het aantal houders van zo’n farmacogenetisch paspoort groeit gestaag. Vorig jaar werden er 20.000 afgegeven.
Door genetische variaties in de werking van enzymen kunnen mensen heel verschillend reageren op medicijnen. Via farmacogenetisch onderzoek (genotypering, DNA-profilering) in bloed of wangslijm is het mogelijk om genetische variatie vast te stellen. Vervolgens kunnen medicijnkeuze en dosering worden afgestemd op iemands persoonlijke DNA-profiel.
Op dit moment wordt een DNA medicatiepas nog niet grootschalig ingezet. Farmacogenetisch onderzoek beperkt zich nog tot mensen die specifieke medicijnen krijgen voorgeschreven, bijvoorbeeld voor kankerbehandelingen, of mensen die opvallend slecht op medicijnen reageren. Bredere inzet (en vergoeding) vereist meer wetenschappelijke onderbouwing voor de kosteneffectiviteit van de medicatiepas. Hiervoor startte ZonMW eind vorig jaar een nieuwe subsidieronde Personalised Medicine Farmacogenetica.
De verwachting is dat een DNA-paspoort voor medicijnen zal leiden tot besparingen in de gezondheidszorg. Het voorschrijven van de juiste medicijnen en de juiste dosis leidt tot betere werkzaamheid en minder bijwerkingen. Volgens de experts zullen de baten (ruimschoots) opwegen tegen de kosten voor de vereiste DNA-diagnostiek. De ZonMW studies moeten aantonen of die veronderstelling juist is.
Voor bron klik hier