Microarray voor bloedgroepgenotypering
Met een zogeheten bloedgroep-array is het mogelijk om in één enkele test een breed panel aan bloedgroep-antigenen te bepalen. Door dit grootschalig typeren van bloedgroepen kunnen betere bloedmatches worden gemaakt.
De standaard serologische bloedgroepbepaling onderscheidt de vier hoofdtypen (A, B, AB en O) en het RhesusD-positieve of negatieve type. De verschillen zijn gebaseerd op het al dan niet aanwezig zijn van de antigenen A, B en RhesusD in de rode bloedcellen. Maar behalve deze drie antigenen spelen nog veel meer antigenen een rol en bestaan er wel 350 bloedgroepen. Vooral bij bloedtransfusies kan dat leiden tot mismatches waarbij de ontvanger van donorbloed antistoffen aanmaakt tegen het gedoneerde bloed.
Om betere bloedmatches te maken ging in 2017 een internationaal samenwerkingsverband van start, het Blood transfusion Blood Genomics Consortium. Dat leidde tot de ontwikkeling van een prototype microarray voor bloedgroepgenotypering. Hiermee kunnen in één test op één chip voor 96 personen tegelijkertijd zo’n 230 bloedgroepen en varianten daarvan worden bepaald. De National Health Service (NHS) in Engeland stelde financiering beschikbaar voor verdere ontwikkeling. Dat heeft inmiddels geleid tot een commerciële microarray voor bloedgroepgenotypering. Voorlopig is de test alleen beschikbaar voor onderzoek om betere bloedmatches te maken voor patiënten met sikkelcelziekte, thalassemie en andere erfelijke anemieën.
Voor bron klik hier