Nieuwe biomarkers voor opsporing CAA
Cerebrale amyloïd angiopathie (CAA) is een hersenaandoening die bij ongeveer een kwart van de 55-plussers voorkomt, maar moeilijk is vast te stellen. Betere biomarkers zijn nodig voor een snellere en goede diagnose.
Cerebrale amyloïd angiopathie (CAA) ontstaat door stapeling van het amyloïd-bèta eiwit in kleine bloedvaten van de hersenschors. Hierdoor functioneren de bloedvaten minder goed waardoor het risico op een hersenbloeding en de kans op cognitieve stoornissen toenemen. Omdat een MRI-scan de gevolgen van de aandoening onvoldoende in beeld brengt, onderzocht Anna de Kort van het Radboudumc in haar promotieonderzoek de diagnostische mogelijkheden van nieuwe biomarkers.
Zij ontdekte dat CAA leidt tot een bijzondere samenstelling van diverse vormen van amyloid-bèta in het hersenvocht. Stapeling van amyloïd-bèta eiwit komt ook voor bij de ziekte van Alzheimer. Waar bij CAA het eiwit zich ophoopt in de wand van de kleine bloedvaten, stapelt het zich bij de ziekte van Alzheimer op tussen de zenuwcellen. Op basis van de gevonden CAA-biomarker toonde De Korte in haar onderzoek aan dat ongeveer de helft van de mensen met Alzheimer ook lijdt aan matig tot ernstige CAA-pathologie.
Dat is een belangrijke bevinding onder meer voor het testen van nieuwe medicijnen tegen de ziekte van Alzheimer. In Amerika wordt bijvoorbeeld anti-Aβ-immunotherapie onderzocht als middel tegen Alzheimer. Maar bij mensen met CAA leidt deze therapie tot een sterk vergroot risico op ernstige bijwerkingen zoals zwelling van de hersenen en hersenbloedingen. Door de vondst van een CAA-biomarker kan vooraf worden bepaald of behandeling met nieuwe medicijnen tegen Alzheimer veilig is.
Voor bron klik hier