Vroege opsporing kanker cruciaal
Dankzij nieuwe technieken wordt kanker steeds vroeger opgespoord. Uit recent onderzoek blijkt echter dat het stadium waarin de diagnose wordt gesteld sterk varieert per soort kanker.
Het stadium bij diagnose van kanker is een maat voor de uitgebreidheid van de ziekte. Er worden vier stadia onderscheiden: stadium I (gunstig), stadium II (redelijk gunstig), stadium III (redelijk ongunstig) en stadium IV (ongunstig). Het stadium bepaalt in grote lijnen welke behandeling een patiënt krijgt en is ook een voorspeller van de kans om de ziekte te overleven. Het stadium van diagnose blijkt nogal te verschillen per type kanker.
Kanker van de schildklier en de baarmoeder en ook melanomen worden in ongeveer 70 procent van de gevallen in een gunstig stadium ontdekt met grote kans op succesvolle behandeling. Bij borst-, baarmoederhals-, prostaat- en nierkanker neemt de kans op vroegtijdige diagnose af tot ongeveer 50 procent. Het laatst worden tumoren opgespoord in organen zoals slokdarm, maag, galwegen en alvleesklier. Hier daalt de kans op ontdekking in een gunstig stadium tot ongeveer 10 procent.
Bij vroege symptomen zoals zichtbare huidafwijking, een voelbare knobbel of bloedverlies is de kans op tijdige diagnose en gunstige behandelopties het grootst. Ook bevolkingsonderzoeken naar kanker dragen bij aan vroegtijdige ontdekking. In de toekomst zal kanker in een steeds vroeger stadium, zelfs voordat symptomen zichtbaar zijn, worden opgespoord. Dat kan dankzij nieuwe diagnostische technieken, zoals DNA-analyse en bloedtests, en ook door verbetering van bevolkingsonderzoeken en meer kennis over erfelijkheid van kanker.
Voor bron klik hier