10 september 2020
Aandacht voor laboratoriumdiagnostiek in kader osteoporose
In het rapport wordt ingegaan op de zorg voor mensen van 50 jaar en ouder met een botbreuk, van wie ruim een derde osteoporose heeft, en wordt in kaart gebracht hoe de zorg die vanuit het basispakket wordt vergoed, in de praktijk wordt geleverd en hoe dat kan worden verbeterd. Verbetering van de diagnostiek is een van de belangrijkste bevindingen uit het rapport.
Uit onderzoek blijkt dat bij ongeveer 40 procent van de 50-plussers met een botbreuk een verminderde botkwaliteit wordt vastgesteld: zij hebben osteoporose, of osteopenie in combinatie met een wervelbreuk. Bij deze patiënten moet laboratoriumonderzoek worden verricht om aanvullende (secundaire) oorzaken van botverlies op te sporen en daar de behandeling op af te stemmen. Het blijkt dat vier op de tien (39 procent) patiënten met een botbreuk die een Dexa-scan kregen (waarbij met een lage dosis straling de botdichtheid wordt gemeten) de volledige set van laboratoriumtesten heeft gehad die in de multidisciplinaire richtlijn worden aanbevolen.