27 oktober 2016

Acuut nierfalen beter te herkennen

De standaard methode om te bepalen of iemand acuut nierfalen (AKI, Acute Kidney Injury) heeft is door te kijken of het creatinineniveau in het bloed te hoog is. Dit is echter een nogal ruw criterium; er zijn situaties denkbaar waarbij de creatininespiegel verhoogd is, maar er toch geen sprake is van acuut nierfalen.
 
De onderzoekers bekeken voor hun onderzoek de gegevens van iets meer dan 200 duizend patiënten, die tussen 2008 en 2013 opgenomen waren geweest in één van vijf ziekenhuizen, en waarvan het creatinineniveau was gemeten. Hiervan ontwikkelde 8.6% acuut nierfalen. Op basis van 60% van de patiënten ontwikkelden de onderzoekers een model, waarin zij ook andere gegevens (overige bloedwaarden, demografische achtergrond) meenamen. Dit model verifieerden zij bij de overige 40%.
 
Vervolgens gebruikten zij 'ROC-analyse' (Receiver Operating Characteristics) om uit hun model te halen wat het 'cut-off' point was waarop patiënten op weg waren acuut nierfalen te ontwikkelen. Dit cut-off point is het punt waarop het aantal correcte diagnoses van AKI, plus het aantal correcte diagnoses dat er zeker geen sprake is van AKI, maximaal is. Deze techniek is oorspronkelijk in de Tweede Wereldoorlog ontwikkeld om op radar objecten te kunnen onderscheiden, en heet daarom ook 'signaaldetectietheorie'. De techniek wordt al decennia in de geneeskunde toegepast, in dit geval dus om AKI te onderscheiden.
 
Met de aanwezige gegevens kan acuut nierfalen beter worden gediagnosticeerd dan tot nu toe het geval was. Dit is zowel goed voor patiënten, die eerder de benodigde zorg kunnen krijgen, als voor de kosten, omdat er minder patiënten zullen zijn die ten onrechte behandeld worden tegen AKI.