Behandelkeuze op basis van ctDNA-diagnostiek
Het meten van vrij circulerend tumor-DNA (ctDNA) is een vorm van diagnostiek waarmee in het bloed DNA-sporen van de tumor kunnen worden gedetecteerd. Met de analyse van dit ctDNA kan de juiste therapie aan de juiste patiënt worden gegeven.
Patiënten met stadium II darmkanker hebben in het algemeen een goede prognose. Zij krijgen standaard een operatie zonder aanvullende behandeling. Bij 15-20 procent van de patiënten komt de ziekte helaas toch terug en kan aanvullende chemotherapie de remedie zijn. Op basis van klinische en histologische risicofactoren wordt beslist wie in aanmerking komt voor deze behandeling. In de praktijk blijkt deze aanpak vaak te leiden tot overbehandeling. Daarom is onderzocht of aanwezigheid van darmkanker-DNA in bloed een beter selectiecriterium biedt voor adjuvante chemotherapie.
In de interventiegroep kregen patiënten bij wie postoperatief circulerend tumor-DNA werd gevonden – ctDNA-positieve patiënten – aanvullende chemotherapie en in de controlegroep werd de keuze gemaakt op gangbare risicofactoren voor een tumorrecidief. Op basis van ctDNA-diagnostiek bleken minder patiënten in aanmerking te komen voor adjuvante chemotherapie en er dus minder overbehandeling plaats te vinden. De selectiecriteria moeten nog verder worden aangescherpt om vast te stellen welke subgroep van de ctDNA-positieve patiënten echt baat heeft bij aanvullende chemotherapie en wat het beste behandelschema is.
Klik hier voor meer informatie