16 februari 2015

Bevolkingsonderzoek prostaatkanker mogelijk

Dit blijkt uit promotieonderzoek van Geert Litjens aan het Radboudumc. Op dit moment wordt de mogelijke aanwezigheid van prostaatkanker vastgesteld op basis van verhoogde PSA-waarden in het bloed en vervolgens een prostaatbiopt. Deze methode wijst ook relatief onschuldige prostaatproblemen aan en leidt tot overdiagnose en overbehandeling. Daarom is deze techniek niet geschikt voor bevolkingsonderzoek.
 
Een PSA-test gecombineerd met een MRI is waarschijnlijk wel gevoelig en specifiek genoeg. Litjens schat in dat voor bevolkingsonderzoek in Nederland tienduizenden MRI’s per jaar gemaakt moeten worden. De apparaten hiervoor zijn er wel, maar er zijn te weinig ervaren radiologen om deze beelden te beoordelen. Als radiologen geholpen kunnen worden door de geautomatiseerde beoordeling van de computer, is de inzet van MRI wel mogelijk.
 
Radiologen zien sneller dan een computer of er iets mis is op een MRI-scan. De computer is volgens Litjes weer beter in kwantitatieve analyses van de beelden, wat helpt bij het bepalen van de ernst van de kanker. Op deze manier vult de computer het werk van de radioloog aan en kan de radioloog beter onderbouwd een diagnose stellen. Ook kan de computer de radioloog helpen om tumoren te ontdekken, die hij over het hoofd heeft gezien. De diagnose wordt hiermee dus nauwkeuriger.