23 februari 2017

Bloedtest kan uitwijzen of iemand Parkinson heeft – of toch niet?

 

Volgens Dr Daamen is het om het nieuwsbericht en onderzoek goed te kunnen begrijpen, belangrijk het verschil te kennen tussen de ziekte van Parkinson en ‘parkinsonisme’.

De ziekte van Parkinson gaat gepaard met stoornissen van het bewegen, zoals trillen, spierstijfheid en moeite met lopen of het (snel) veranderen van een beweging. Deze symptomen worden gezamenlijk ook wel parkinsonisme genoemd. Klachten van parkinsonisme komen echter niet alleen voor bij de ziekte van Parkinson: er zijn een groot aantal ‘parkinsonachtige’ ziekten die vergelijkbare klachten kunnen veroorzaken. Vooral tijdens het begin van de klachten is het niet gemakkelijk te onderscheiden of het om de ziekte van Parkinson of een parkinsonachtige ziekte gaat.

De diagnose ziekte van Parkinson is tijdens het leven niet met 100% zekerheid te stellen. Een neuroloog stelt de diagnose voornamelijk op basis van de symptomen. De diagnose wordt bevestigd als er een goede reactie is op anti-parkinsonmedicijnen. Parkinsonachtige ziekten reageren minder goed op deze medicijnen.

Zweedse onderzoekers hebben daarom geprobeerd een test te ontwikkelen waarmee het verschil tussen de ziekte van Parkinson en parkinsonachtige ziekten in het bloed bepaald zou kunnen worden. De onderzoekers hebben onderzocht of de hoeveelheid van een bepaald eiwit in het bloed verschilde tussen 244 patiënten met de ziekte van Parkinson, 181 patiënten met parkinsonachtige ziekten en 79 gezonde proefpersonen. Dit bleek inderdaad het geval: bij patiënten met de ziekte van Parkinson en gezonde proefpersonen was de hoeveelheid eiwit in het bloed laag, terwijl bij patiënten met parkinsonachtige ziekten een hoge hoeveelheid eiwit werd gevonden. De onderzoekers concludeerden hieruit dat het meten van de hoeveelheid eiwit in het bloed kan helpen onderscheid te maken tussen de ziekte van Parkinson en parkinsonachtige ziekten.

De onderzoekers merken zelf op dat de test niet geschikt bleek om verder onderscheid te maken tussen de verschillende parkinsonachtige ziekten. Bovendien is het onderzoek uitgevoerd bij patiënten bij wie de precieze diagnose al is vastgesteld. Zodoende is nog niet onderzocht of de bloedtest bij een willekeurig persoon kan bepalen of diegene aan de ziekte van Parkinson lijdt.

Als voortaan door middel van een bloedtest de diagnose ziekte van Parkinson kan worden gesteld, zou dit zeer groot nieuws zijn. Echter is dit niet het geval: zowel bij patiënten met de ziekte van Parkinson als bij gezonde proefpersonen was de hoeveelheid eiwit in het bloed namelijk laag. Een hoge hoeveelheid eiwit suggereert wel dat het mogelijk niet om de ziekte van Parkinson gaat, maar om een andere parkinsonachtige ziekte.

Op een vergelijkbare manier zijn bloedtesten eerder onderzocht in het kader van de ziekte van Alzheimer, maar voor Parkinson gebeurde dit nog niet eerder.

De Zweedse onderzoekers hebben wel aangetoond dat met behulp van bloedonderzoek onderscheid kan worden gemaakt tussen de ziekte van Parkinson en parkinsonachtige ziekten. De bloedtest zou daarmee bruikbaar kunnen zijn om de juiste behandeling bij Parkinson of parkinsonachtige ziekten te kiezen. De diagnose ‘Parkinson’ kan op dit moment echter niet worden gesteld met een bloedtest.