Bloedtest voor vroegtijdige opsporing Alzheimer
Bepaalde componenten in het bloed lijken de processen van neurogenese in de hippocampus te beïnvloeden. Dit biedt een houvast om vroege stadia van de ziekte van Alzheimer te detecteren.
Vorming van nieuwe hersencellen (neurogenese) is essentieel voor goede werking van de hersenen. Zo wordt het geheugen aangetast als de neurogenese in de hypocampus achteruitgaat. Omdat verminderd geheugen een van de vroege symptomen is voor de ziekte van Alzheimer, zouden hippocampale neuronen een biomarker kunnen zijn. Een team van het King’s College Londen onderzocht of hiermee een voorspellende test kon worden ontwikkeld.
Terwijl eerdere studies alleen neurogenese in de latere stadia van de ziekte na een autopsie konden bestuderen, hoopten de onderzoekers een niet-invasieve bloedtest te ontwikkelen om neurogenese te volgen. Zij verzamelden bloed van bijna 60 mensen met milde cognitieve stoornissen en onderzochten dit ‘vroege’ bloed. De resultaten werden vergeleken met de metingen in afgenomen bloedmonsters bij degenen die de ziekte van Alzheimer daadwerkelijk ontwikkelden.
Uit de bloedanalyse bleek dat bij de Alzheimerpatiënten in de vroeg verzamelde bloedmonsters effecten op neurogenese zichtbaar waren. De onderzoekers ontdekten een afnemend vermogen om nieuwe hersencellen te vormen ongeveer drieënhalf jaar voor de klinische diagnose van Alzheimer. Dit zijn bemoedigende resultaten, maar voor ontwikkeling tot een diagnostische test moeten de bevindingen worden gevalideerd in een grotere en meer diverse groep mensen.
Klik hier voor meer informatie