12 november 2013

Code aangepast: wijzigingen per 2014

De GMH code wordt in 2014 op een aantal punten aangepast.
 
1.       Herkenbaarheid medewerkers leveranciers tijdens bijeenkomst
 
De GMH kent een aantal bepalingen over de voorwaarden waaronder leveranciers van medische hulpmiddelen een financiële bijdrage mogen leveren aan de deelname van zorgprofessionals aan bijeenkomsten (artikel 8 t/m 12 GMH). Daarbij is echter niet geregeld dat medewerkers van leveranciers die een dergelijke bijeenkomst zelf ook bijwonen, als zodanig herkenbaar moeten zijn. Een dergelijke bepaling wordt wenselijk en nuttig geacht en vanuit het bestuur van de GMH wordt voorgesteld om aan artikel 8 een nieuw (vijfde) lid toe te voegen, te weten:
 
Artikel 8 lid 5
 
Indien vertegenwoordigers van een leverancier aanwezig zijn op een bijeenkomst waaraan zorgprofessionals deelnemen, dienen zij te allen tijde als zodanig herkenbaar zijn, bijvoorbeeld door het dragen van een badge.
 
Aldus wordt ook aangesloten bij de regeling op dit punt van de Stichting Code Geneesmiddelenreclame (CGR).
 
2.       Betrokkenheid bij totstandkoming richtlijnen/Code belangenverstrengeling
 
Vastgesteld is dat in de GMH geen aandacht wordt besteed aan de betrokkenheid van de medisch hulpmiddelenindustrie bij de ontwikkeling van richtlijnen e.d. Het wordt wenselijk geacht hier wel het een en ander over te regelen, waarbij relevant is dat er ten aanzien van dit onderwerp inmiddels een andere code tot stand is gekomen, de ‘Code ter voorkoming van oneigenlijke beïnvloeding door belangenverstrengeling’. De organisaties van artsen en ziekenhuizen hebben deze code wel onderschreven; de organisaties van leveranciers van hulpmiddelen zijn niet bij deze ontwikkeling betrokken geweest.  Zij achten het echter wenselijk om ook vanuit het veld van de medische hulpmiddelen aansluiting te zoeken bij deze Code, en vanuit het bestuur van de GMH is voorgesteld om een nieuw artikel 18 in te lassen in de GMH, te weten:
 
Artikel 18. Betrokkenheid bij totstandkoming adviesrapporten, richtlijnen
 
  1. Zorgprofessionals die deelnemen aan commissies die zich bezig houden met het opstellen van (wetenschappelijke) adviesrapporten of behandelrichtlijnen, handelen overeenkomstig de ‘Code ter voorkoming van oneigenlijke beïnvloeding door belangenverstrengeling‘.
  2. Leveranciers onderschrijven de ‘Code ter voorkoming van oneigenlijke beïnvloeding door belangenverstrengeling’.
Ter toelichting hierop wordt in de Toelichting bij de GMH de volgende tekst opgenomen:
 
In 2012 is de ‘Code ter voorkoming van oneigenlijke beïnvloeding door belangenverstrengeling’ (hierna: Code belangenverstrengeling’) in werking getreden. Deze Code is opgesteld door de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen, Koninklijke Nederlandsche Maatschappij tot bevordering der Geneeskunst, Gezondheidsraad, Centraal BegeleidingsOrgaan, Nederlands Huisartsen Genootschap en Orde van Medisch Specialisten en wordt door een groot aantal andere organisaties onderschreven.
 
Met de Code belangenverstrengeling wordt gewaarborgd dat de deelnemers aan commissies (zoals breed gedefinieerd in deze Code) die een bijdrage leveren aan adviesrapporten en richtlijnen een onbevooroordeelde inbreng kunnen hebben van hun kennis en. Daarom is het uitgangspunt van de Code belangenverstrengeling dat persoonlijke en zakelijke belangen van zorgprofessionals die deelnemen aan wetenschappelijke adviesraden of andere commissies die behandelrichtlijnen of adviesrapportenopstellen, transparant worden gemaakt. Door in artikel 18 van de Gedragscode Medische Hulpmiddelen expliciet te verwijzen naar deze Code belangenverstrengeling wordt niet alleen bereikt dat de zorgprofessionals die zijn aangesloten bij een koepelorganisatie die deze Code reeds hebben onderschreven hier nog eens aan worden herinnerd, maar wordt tevens gestimuleerd dat ook andere zorgprofessionals zich hieraan conformeren. Hetzelfde geldt voor leveranciers; in het tweede lid van artikel 18 onderschrijven zij de uitgangspunten van de Code belangenverstrengeling.