31 mei 2017
De toekomst is aan medicatie op maat
Het CBG in Utrecht beoordeelt en bewaakt de werkzaamheid, risico’s en kwaliteit van geneesmiddelen. Naast voorzitter Leufkens bestaat het college uit artsen, apothekers en wetenschappers, benoemd door de minister van VWS. De collegeleden worden ondersteund door ruim driehonderd medewerkers van het Agentschap CBG, onderdeel van het Ministerie van VWS. In de praktijk betekent dat voor de driehonderd medewerkers dat per nieuw geneesmiddel vele meters dossier moeten worden doorgeploegd.
In de Europese Unie beoordeelt het CBG samen met de andere nationale geneesmiddelenautoriteiten de nieuwe middelen onder de vlag van de European Medicines Agency (EMA) in Londen. Alle EU-landen kunnen bij het EMA intekenen voor de beoordeling van een dossier voor een nieuw geneesmiddel. Geeft de EMA een klap op een dossier dan kan het op de markt worden gebracht. Of het ook wordt vergoed is een andere tak van sport en daarover gaat het CBG niet.
Volgens Leufkens moet de discussie in de toekomst gaan over de mogelijkheden van medicatie op maat, de personalised medicines. Leufkens zegt onder meer: “De ontwikkelingen gaan heel snel. We begrijpen steeds beter hoe en waarom patiënten verschillend reageren op medicatie. Onderzoekscentra in Leiden, Amsterdam en Rotterdam doen veel onderzoek naar genotypering en biomarkers. En iedere dokter houdt inmiddels ook rekening met de nierfunctie van die chronische patiënt zoals omschreven in de productinformatie. Maar er zit helaas nog een te groot gat tussen de klinische ontwikkeling van medicatie op maat en de goedkeuring van de samenwerkende CBG’s in Europa. Ten aanzien van personalised medicines en voorschrijven voor een bepaald genotype willen we alles tot drie decimalen achter de komma uitgezocht hebben. We zijn een beetje doorgeslagen. Zo houd je innovatie tegen.”
Het is echter belangrijk dat iedereen – ook de autoriteiten – de houding ten opzichte van medicatie op maat veranderen. Men is nu nog te afwachtend: levert personalised medicines wel voldoende op? Volgens Leufkens moet in de productinformatie standaard komen te staan voor welke patiënten het geneesmiddel geschikt is en voor welke niet. De industrie moet meer rekening houden met genotypering, bloedwaarde en nierfunctie van de patiënt. De rol van de apothekers is eveneens belangrijk. “Personalised medicines is een speerpunt voor het CBG, maar zal niet bij alle middelen kunnen.”
Lees hier verder.