DNA-fecestest sensitiever dan FOBT
De DNA-fecestest bestaat uit meerdere DNA-analyses samen met een hemoglobinetest die vergelijkbaar is met de FIT. Binnen negentig dagen na het opvangen van een fecesportie, ondergingen zij een coloscopie. De fecesmonsters werden in het laboratorium geanalyseerd met zowel de DNA-test als de FOBT. Coloscopie wees uit dat 65 personen colonkanker hadden, waarvan 60 patiënten in een screeningrelevant stadium. De DNA-fecestest was in de gehele onderzoekspopulatie positief in 60 gevallen, de FOBT in 48. Dit komt neer op een sensitiviteit van 92,3 versus 73,8 procent. Ook als het gaat om een voorstadium van CRC, is de sensitiviteit van de DNA-fecestest hoger dan die van de FOBT. De specificiteit van de DNA-test is 86,6 procent en 94,9 procent voor de FOBT.
Ondanks de hogere sensitiviteit achten de onderzoekers de test nog niet meteen geschikt voor screening. Er moet eerst nog verder onderzoek gedaan worden naar screeningsintervallen en verdere implementatie.
Dit punt van kritiek heeft ook gastro-enteroloog Douglas Robertson. In een editorial is hij kritisch over de geschiktheid van de DNA-test als screeningsinstrument, gezien de 10 procent foutpositieven, de lagere specificiteit en de hogere kosten die aan de DNA-fecestest verbonden zijn. Daarnaast geeft hij aan dat het aantal monsters dat om technische redenen niet geanalyseerd kon worden in de DNA-fecesgroep aanzienlijk hoger was dan in de FOBT-groep. Het onderzoek is gepubliceerd in BMJ.