7 april 2016
Eerstelijn luidt noodklok: kaalslag in diagnostiek en ongelijke onderhandelingspositie
In 2015 verklaarde minister Schippers dat de eerstelijnszorg in de contractonderhandelingen met zorgverzekeraars te weinig positie heeft. Hoewel er een aantal maatregelen is genomen om dit te verbeteren, is het onderhandelingsresultaat voor 2016 wederom teleurstellend. Dat heeft nu al invloed op de noodzakelijk ontwikkeling van de eerstelijnszorg, met name voor de opvang van burgers en patiënten die langer thuis verblijven. Vooral de infrastructuur voor ouderenzorg staat ernstig onder druk. Deze is niet toereikend voor de opvang van de groeiende zorgvraag. Hiermee komt de huidige en toekomstige continuïteit en toegankelijkheid van de zorg in gevaar. Bovendien neemt de werkdruk in de eerstelijnszorg steeds verder toe, waardoor de continuïteit van het aanbod in gevaar komt. Dit treft vooral de kerndisciplines huisartsen en wijkverpleegkundigen die binnen een ecosysteem van gelijkblijvende of dalende tarieven van zorgverzekeraars hun werkzaamheden en complexiteit fors zien toenemen.
Individuele beroepsbeoefenaren worstelen met de problematiek van productieplafonds en behandelbeperkingen. Daarnaast hebben zij onder meer te maken met een doorleverplicht, ontoereikende indexering en een prestatiebekostiging die innovatie eerder afremt dan stimuleert. Zorggroepen krijgen voorwaarden opgelegd die niet onderhandelbaar zijn en ontberen vaak een fatsoenlijke indexering van de kosten.
Individuele beroepsbeoefenaren worstelen met de problematiek van productieplafonds en behandelbeperkingen. Daarnaast hebben zij onder meer te maken met een doorleverplicht, ontoereikende indexering en een prestatiebekostiging die innovatie eerder afremt dan stimuleert. Zorggroepen krijgen voorwaarden opgelegd die niet onderhandelbaar zijn en ontberen vaak een fatsoenlijke indexering van de kosten.
In de eerstelijnsdiagnostiek vindt een kaalslag plaats op basis van prijs. Daarnaast ontstaat omgekeerde substitutie: ziekenhuislaboratoria blijven vanwege krimpende budgetten gecontracteerd, terwijl de prijzen hoger zijn dan die van de eerstelijns diagnostische centra. Op deze manier blijft er geen onafhankelijke diagnostiek over, aldus de Eerstelijns.
De NZa treedt niet op. De minister onderkent de problemen in de contractering, maar onderneemt onvoldoende actie om tot een gelijkwaardig speelveld te komen tussen eerstelijnszorgaanbieders/organisaties en zorgverzekeraars. Daarom roept De Eerstelijns de vaste Kamercommissie op tot actie.