"De eerste veelbelovende stappen zijn gezet'', zegt Tim de Meij, arts van de afdeling maag-, darm- en leverziekten. Het onderzoek van hem en collega-arts Nanne de Boer is gepubliceerd in het wetenschappelijke tijdschrift International Journal of Cancer. Voor het onderzoek moest de neus, eNose genoemd, aan 157 verschillende monsters met ontlasting ruiken. Op basis daarvan werden verschillen waargenomen tussen poepmonsters van gezonde mensen en patiënten met dikkedarmkanker en dikkedarmpoliepen. “Er is nog veel meer onderzoek nodig en het zal nog vele jaren duren voordat we deze techniek kunnen gebruiken'', benadrukt De Meij. “Maar als het gaat zoals wij hopen, kan darmkanker in een vroeg stadium gedetecteerd worden.'' Ook inwendige onderzoeken, die vaak heel belastend en onplezierig zijn, zullen dan hopelijk minder vaak worden ingezet. De onderzoekers bekijken ook of de neus andere darmaandoeningen, zoals bijvoorbeeld de ziekte van Crohn, in een vroeg stadium kan opsporen.