8 oktober 2013

En dan de zorgverzekeraars weer: er is geen recht op groei

Volgens Rouvoet is voor zorgverzekeraars de afspraak uit het zorgakkoord de bovengrens voor de gehele sector. Bij een dalende zorgvraag – zoals de ziekenhuizen nu zelf signaleren – is het de maatschappelijke verantwoordelijkheid van zorgverzekeraars om minder zorg  in te kopen. Hij reageert hiermee op de grote weerstand bij individuele ziekenhuizen en ggz-instellingen die bij de onderhandelingen ontstaat. De instellingen vinden dat zorgverzekeraars te scherp inkopen en de afspraken uit het hoofdlijnenakkoord negeren. Afgelopen zomer hebben ziekenhuizen, ggz-instellingen en zorgverzekeraars met minister Schippers van VWS afgesproken dat de zorg volgend jaar maximaal 1,5 procent mag groeien.
 
Rouvoet vindt dat iedereen die in de zorg werkt, kan begrijpen dat de lagere groei nodig is om de gezondheidszorg voor alle Nederlanders in de toekomst toegankelijk en betaalbaar te houden. Het is logisch dat iedereen die merkt dat de gemaakte afspraken uit de zorgakkoorden slecht uitpakken voor de eigen praktijk of instelling tegen die afspraken is. Dat is een begrijpelijke reactie, maar zorgverzekeraars hebben een zorgplicht en hun eerste belang is dat hun verzekerden toegang hebben tot verzekerde zorg van goede kwaliteit.
 
Het voordeel komt toe aan de verzekerden, zegt Rouvoet. “Zorgverzekeraars kopen bovendien, zoals afgesproken in de akkoorden, veel meer zorg selectief in, waarbij ze kwaliteit en doelmatigheid voorop zetten.” Rouvoet zei op het congres dat hij heel goed snapt dat een individueel ziekenhuis daar moeite mee heeft. “Maar het ligt besloten in het zorgstelsel en in de afspraken die op landelijk niveau de minister zijn gemaakt. Het is de manier waarop we de gezondheidszorg kunnen vernieuwen en verbeteren.”