11 februari 2019
Evaluatie gebruik en impact genprofieltest bij vroege borstkanker in Nederland
Een genprofieltest wordt in de klinische praktijk ingezet om een betere selectie te kunnen maken van patiënten bij wie adjuvante systemische behandeling (chemotherapie) effectief is. De Nederlandse richtlijnen bevelen het gebruik van een genprofieltest aan bij patiënten met een intermediair risico op het ontwikkelen van metastasen. Dit zijn patiënten waar ‘twijfel' bestaat over de effectiviteit van adjuvante chemotherapie.
In alle klinische risicocategorieën werd een meerderheid van de patiënten ingedeeld in een genomisch laag of intermediair risicoprofiel en was de naleving van het resultaat van de genprofieltest hoog. In geval van een discrepantie tussen het genomisch en klinisch risico, werden de patiënten behandeld in overeenstemming met de uitslag van de test.
Bij patiënten met een klinisch laag of hoog risico op het ontwikkelen van metastases bestaat reeds een aanbeveling om chemotherapie te onthouden respectievelijk voor te schrijven. Bij deze groepen patiënten is een genprofieltest daarom niet geïndiceerd.
Klik hier voor meer informatie bij de bron.