Genen voorspellen wie chemotherapie zal overleven
Het onderzoeksteam identificeerde eerst enkele genen die betrokken zijn in de cellulaire invasie, een eigenschap die veel kankercellen hebben. Door het vergelijken van de activiteit in deze genen in verschillende celculturen met hoe deze celculturen reageerden op 99 verschillende antikankermedicijnen, konden ze vervolgens de lijst van invloed hebbende genen verkleinen.
De onderzoekers stelden vast dat er acht genen betrokken zijn bij de cellulaire invasie en dat de relatieve activatie van deze genen overeenkwam met het resultaat van de chemotherapie. Wanneer ze naar het gedrag keken van deze acht genen, konden ze vaststellen dat er duidelijk een verschil is tussen cellen die reageren op chemotherapie en die dat niet doen. Uit klinische studies, waarbij patiënten met long- en borstkanker werden bestudeerd, bleek daarna dat de patiënten met deze genen een lager risico hadden. Dat wil zeggen dat ze langer konden overleven zonder een terugval dan de groep met het hoge risico.
Volgens de onderzoekers blijft de ontdekking van signalen die wijzen op een betere prognose voor kankerpatiënten cruciaal om de efficiëntie van kankerbehandelingen te verbeteren, maar deze acht genen kunnen bijdragen tot de keuze voor een bepaalde behandeling als onderdeel van een individuele kankertherapie.