De campagne duurt tot half 2017. Ongeveer 30 duizend mensen zijn uitgenodigd in 48 gemeenten, van Vlissingen tot Groningen. Daaronder zijn acht gereformeerde gemeenten, waar van oudsher minder kinderen worden gevaccineerd. Het RIVM wil ook kijken hoe allochtonen beschermd zijn. De onderzoekers gaan ook naar Bonaire, Sint-Eustatius en Saba. Daar zal ook worden gekeken naar het zikavirus, dengue en chikungunya. Deelnemers kunnen een vragenlijst invullen. Daarnaast vragen de onderzoekers of ze wat bloed, speeksel, neus- en keelslijm en ontlasting willen afstaan. "In het bloed kun je meten hoe goed mensen beschermd zijn en of ze onlangs ziek zijn geweest", legt onderzoeksleidster Fiona van der Klis uit. "In het speeksel meten we bacteriën en virussen, zoals pneumokokken. We willen ook kijken welke virussen voorkomen in neus en keel. In de ontlasting kun je zien welke virussen iemand in het maag-darmkanaal heeft en of antibiotica nog goed werkt."

 

Het is de derde keer dat het onderzoek wordt uitgevoerd. Tien jaar geleden en twintig jaar geleden werd het ook gedaan. Daaruit bleek onder meer dat de tetanusprik langer beschermt dan gedacht. "We hoeven dus niet zo vaak te vaccineren bij een wondje", aldus Van der Klis. Bij een recente mazelenuitbraak werd besloten om baby's niet bij veertien maanden, maar al bij zes maanden in te enten. Nog vroeger was niet nodig, bleek uit de eerdere onderzoeken, jongere baby'tjes waren nog beschermd via hun moeder. De onderzoekers willen ook kijken naar polio.