Hielprikscreening positief gewaardeerd
Per jaar worden zo'n 500 kinderen naar aanleiding van een hielprikuitslag verwezen naar de kinderarts. Ongeveer 150 blijken een ziekte te hebben, die door de hielprik is opgespoord. Onlangs zijn de psychosociale aspecten van de hielprikscreening in kaart gebracht.
Jaarlijks worden in Nederland bijna alle 170.000 pasgeborenen met de neonatale hielprikscreening onderzocht op 19 zeldzame, ernstige, vaak erfelijke aandoeningen. Vroegtijdige opsporing is belangrijk om onomkeerbare gezondheidsschade te voorkomen of te beperken. Omdat er weinig bekend is over hoe ouders de hielprikscreening ervaren en hoe zij omgaan met fout-positieve uitslagen is zijn deze psychosociale aspecten onlangs onderzocht. Daarbij is ook aan de ouders gevraagd wat ze vinden van een eventuele uitbreiding.
Uit het onderzoek blijkt dat ouders en professionals de hielprik en de manier waarop deze wordt aangeboden waarderen en dat zij het eens zijn met een uitbreiding van het aantal ziektes. Wel zijn er verschillende opvattingen over de omvang en inhoud van de uitbreiding. Daarom is het van belang ze te betrekken bij (toekomstige) uitbreiding van de hielprik.
Klik hier voor meer informatie.