1 mei 2017

Hoofdlijnenakkoord met een jaar verlengd

In totaal komt er in 2018 een bedrag van bijna 22 miljard euro beschikbaar voor medisch specialistische zorg. De maximale groeiruimte van 1,6 procent is vooral bedoeld om de ontwikkeling van nieuwe dure geneesmiddelen te financieren en de toeloop van kwetsbare ouderen in de acute zorg op te vangen. Over een mogelijke verhoging van de budgettaire kaders voor wijkverpleging en voor eerstelijnsverblijf wordt op een later tijdstip besloten.

Om de druk op de acute zorg te verlichten, richten zorgverzekeraars samen met de zorgaanbieders regionale loketten in die huisartsen en ziekenhuizen gaan helpen bij het vinden van een juiste plek voor patiënten. Dit moet leiden tot vermindering van de instroom in de ziekenhuizen en tot verbetering van de uitstroom. De zo vrijvallende middelen blijven in 2018 voor de ziekenhuissector behouden.

In het kader van streven naar ‘de juiste zorg op de juiste plek’ hebben zorgverzekeraars en zorgaanbieders een analyse gemaakt van de zorgvormen en behandelingen die zouden kunnen verschuiven van tweede naar eerste lijn. Op basis van deze analyse zal voor de contractering 2018 voor substitutie een reservering ter grootte van 75 miljoen euro worden gemaakt in het budgettair kader voor de medisch-specialistische zorg.

Bijzondere aandacht in het verlengde hoofdlijnenakkoord is er voor e-health. Alle betrokken partijen zullen zich inspannen om goede voorbeelden op dit terrein zo breed mogelijk te verspreiden en te implementeren. Rode draad hierbij is het realiseren van een goede structuur voor informatie-uitwisseling. De medisch specialistische zorg draagt hieraan bij door de ontwikkeling en implementatie van de Basisgegevensset Zorg en de daarbij behorende Zorginformatie-bouwstenen. Ook komen er standaarden voor persoonlijke gezondheidsomgevingen (MedMij). Daarnaast werken de ziekenhuizen aan een versnelling van informatie-uitwisseling tussen patiënt en professional (VIPP). Speciale programma’s voor zelfstandige klinieken en overige instellingen voor medisch-specialistische zorg moeten de informatie-uitwisseling buiten de ziekenhuizen een extra impuls geven.