Kwart hiv-geïnfecteerden kent eigen status niet
Het programma van de Verenigde Naties voor hiv/aids (Unaids) heeft drie doelstellingen om de mondiale hiv-epidemie in te dammen: in 2020 is 90 % van alle mensen met hiv op de hoogte van hun hiv-status; 90 % van alle mensen bij wie een hiv-infectie is vastgesteld, wordt daarvoor behandeld; en bij 90 % van alle mensen die behandeld worden is de virusinfectie onderdrukt.
In Nederland wordt aan de laatste twee doelstellingen vrijwel voldaan, zo blijkt uit cijfers van de Stichting HIV Monitoring: van de ongeveer 19.000 mensen met hiv die blijkens de registratie ooit in zorg zijn gekomen en niet zijn overleden, wordt 84 % met antiretrovirale middelen behandeld. Van de 17.750 patiënten van wie bekend is dat zij momenteel in zorg zijn bij één van de 27 hiv-behandelcentra in Nederland, worden er rond de 16.000 (90%) behandeld en meer dan 90 % van deze patiënten heeft een onmeetbaar lage hoeveelheid hiv in het bloed.
De resterende doelstelling, namelijk dat 90 % van de hiv-geïnfecteerde mensen op de hoogte is van hun hiv-status, is in Nederland nog niet bereikt. Slechts 76 % van de betrokkenen weet dat zij hiv-geïnfecteerd zijn: 19.000 (namelijk de mensen die ooit in zorg kwamen) van de naar schatting 25.000 hiv-geïnfecteerden die Nederland telt.
In 2013 werd bij meer dan 1000 patiënten voor het eerst een hiv-infectie vastgesteld. Het grootste deel (71%) van deze patiënten betrof mannen die seks hebben met mannen; 23 % heeft de infectie vermoedelijk opgelopen via heteroseksueel contact.