19 juli 2016

Kwart second opinions leidt tot andere diagnose

Uit onderzoek in Nederland tussen 2007 en 2015 blijkt dat in 27 procent van de gevallen bij consultatie van één van de specialisten uit het netwerk van Best Doctors de diagnose werd herzien. In  41 procent van de gevallen werd een andere behandeling geadviseerd. Het aantal misdiagnoses lijkt ook toe te nemen. Over de periode van 2007 tot 2013 rapporteerde Best Doctors nog dat in 19 procent van de gevallen een diagnose werd herzien bij een consultatie bij een van de specialisten van Best Doctors. Wijziging van de behandeling gebeurde in de jaren van 2007 tot 2003 in 46 procent van de gevallen in Nederland. Op Europees niveau was dat toen respectievelijk 15 en 44 procent.

Uit verschillende internationale onderzoeken blijkt dat 10 tot 15 procent van alle diagnoses niet klopt. In een recente studie in de VS rapporteerden 23 procent van de respondenten dat  zijzelf of iemand in hun omgeving te maken had gehad met een medische fout. In de helft van die gevallen ging het om een diagnostische fout. In Groot-Brittannië  heeft de National Health Service na onderzoek geconcludeerd dat diagnostische fouten met 35 procent de meest voorkomend reden waren dat mensen klaagden over de gezondheidszorg.

Schade
In Nederland doet het NIVEL doorgaand onderzoek naar patiëntveiligheid en in het kader daarvan ook naar diagnostische fouten en de eventuele vermijdbare schade die daardoor ontstaat. Daarbij laat het NIVEL structureel een dossier opnieuw bekijken door specialisten: wat was de diagnose, klopte die en zo nee, wat ging er mis? De resultaten publiceert het onderzoeksinstituut in de Monitor Zorggerelateerde Schade. Op een recente conferentie in Rotterdam presenteerde het NIVEL de resultaten. Het aantal medische casussen waarbij schade werd aangericht die voorkomen had kunnen worden is omlaag gegaan van 2.9 procent in 2001 naar 1,6 procent in 2012, het jaar dat de laatste dat de monitor verscheen. Het aantal sterfgevallen dat voorkomen had kunnen worden ging eveneens omlaag, van 4,1 naar 2,6 procent. Kleine percentages, maar in absolute aantallen gaat het om duizenden patiënten, een resultaat dat wel degelijk significant is, aldus Wagner.

Bij een tussentijdse rapportage in 2004 waren beide cijfers juist gestegen. Volgens Wagner was dit met name te danken aan het feit dat de meeste Nederlandse ziekenhuizen deelnemen aan het VMS Veiligheidsprogramma. Dit programma helpt sinds 2008 ziekenhuizen bij het ontwikkelen van hun veiligheidsmanagementsystemen. Het NIVEL laat zich bewust uit over vermijdbaarheid en niet over verwijtbaarheid bij medische fouten. Verwijtbaarheid is immers een juridische term, waarachter opzet of grove nalatigheid schuilt. Of daar sprake van is laat het NIVEL aan rechters.

Hoe diagnostische fouten te voorkomen?
In het belang van het publiek en de sector moet het aantal diagnostische fouten dan ook echt omlaag, betoogt Mark Graber, grondlegger van de Society to Improve Diagnosis in Medicine (SIDM). Ook hij sprak op de bijeenkomst in Rotterdam.

In zijn werk constateert Graber dat zorgorganisaties weliswaar veel doen aan patiëntveiligheid, maar daarbij weinig oog hebben voor het voorkomen van verkeerde diagnoses. Medici op hun beurt blijken niet goed in staat om hun eigen feilbaarheid bij het stellen van een diagnose te beoordelen. Dit terwijl ze wel weten dat diagnostische fouten in alle medische deelsectoren wijdverbreid zijn.

Volgens Graber moet er in opleidingen en in de praktijk meer aandacht komen voor diagnostische fouten, hoe ze ontstaan en hoe ze voorkomen kunnen worden. In hun opleiding zouden artsen in spe ook meer moeten leren over hun eigen besluitvormingsproces. Een arts stelt een diagnose meestal in de eerste seconden dat hij een patiënt spreekt en ziet en dat gaat vaak op een soort automatische piloot, aldus Graber, terwijl vooral complexe patiënten soms meer bedachtzaamheid vereisen.

Waar ligt de oorzaak?
Volgens specialisten en eerstelijnsartsen kan overleg met collega’s foute diagnoses  voorkomen of tijdig corrigeren. Daar is echter vaak geen tijd meer voor. Artsen uit Nederland en het buitenland uiten op de conferentie hun zorg over de tijdsdruk waaronder zij werken. Onder het mom van efficiëntie en kostenbeheersing moeten zij in minder tijd meer patiënten zien. Daardoor blijft er te weinig tijd over om te overleggen met collega’s als je twijfels hebt bij een bepaalde diagnose, aldus de medici.