23 maart 2016
Maart darmkankermaand: nieuwe behandelingen en diagnostiek
Er bestaan vier typen darmkanker, waarvan de meest agressieve variant bij 25 % van de patiënten voorkomt. Moeilijk te behandelen uitzaaiingen komen bij dit type heel vaak voor; slechts twintig procent van de patiënten leeft vijf jaar na de diagnose nog. “Die agressieve kankersoort moet je dus anders te lijf gaan dan de drie 'rustiger' typen”, zegt prof. dr. Onno Kranenburg, moleculair celbioloog.
Kranenburg: “De achilleshiel van deze kankercellen zou wel eens juist dáár kunnen zitten waar ze zo goed in zijn: in heel snel delen. Wij denken dat we met bestaande medicijnen de stress binnen die cellen zó kunnen opvoeren, dat ze zichzelf vernietigen – zonder de gezonde cellen eromheen te schaden. Stress die met agressief tumorgedrag gepaard gaat uitbuiten voor therapiedoeleinden: een compleet nieuw concept.”
Daarnaast willen Kranenburg en zijn onderzoeksgroep een bloedtest ontwikkelen waaruit af te leiden is welke vorm van kanker de patiënt heeft. “Deze test moet twee dingen kunnen voorspellen: wie gevaar loopt op terugkeer van de tumor, en wie op welke therapie zal reageren. Ook ná een behandeling of operatie kun je dus zien of je opnieuw behandeld moet worden of niet. Zo'n test is veel patiëntvriendelijker, makkelijker én goedkoper dan om de zoveel maanden ingrijpende onderzoeken en scans ondergaan.”
Een van de preventieve krachten van het bevolkingsonderzoek naar darmkanker is dat het darmpoliepen (die mogelijk uit kunnen groeien tot tumoren) aan het licht brengt.’
Kranenburg: “De achilleshiel van deze kankercellen zou wel eens juist dáár kunnen zitten waar ze zo goed in zijn: in heel snel delen. Wij denken dat we met bestaande medicijnen de stress binnen die cellen zó kunnen opvoeren, dat ze zichzelf vernietigen – zonder de gezonde cellen eromheen te schaden. Stress die met agressief tumorgedrag gepaard gaat uitbuiten voor therapiedoeleinden: een compleet nieuw concept.”
Daarnaast willen Kranenburg en zijn onderzoeksgroep een bloedtest ontwikkelen waaruit af te leiden is welke vorm van kanker de patiënt heeft. “Deze test moet twee dingen kunnen voorspellen: wie gevaar loopt op terugkeer van de tumor, en wie op welke therapie zal reageren. Ook ná een behandeling of operatie kun je dus zien of je opnieuw behandeld moet worden of niet. Zo'n test is veel patiëntvriendelijker, makkelijker én goedkoper dan om de zoveel maanden ingrijpende onderzoeken en scans ondergaan.”
Een van de preventieve krachten van het bevolkingsonderzoek naar darmkanker is dat het darmpoliepen (die mogelijk uit kunnen groeien tot tumoren) aan het licht brengt.’