29 april 2016
Meer soa gevonden bij vrouwen en heteroseksuele mannen
In 2015 zijn er 136.347 soa-consulten geregistreerd. Dat is 3% minder dan in 2014. De afname van het aantal consulten betrof vrouwen en – met name - heteroseksuele mannen (-13%). Bij MSM (mannen die (ook) seks hebben met mannen) is het aantal consulten wederom juist gestegen met 15%. Dat er minder consulten zijn geweest bij vrouwen en heteroseksuele mannen komt onder andere omdat er in 2015 een financieel maximum is ingesteld aan de regeling ‘aanvullende seksuele gezondheidszorg’ (ASG). Hierdoor komen vooral mensen in aanmerking die behoren tot de groepen met een hoog risico, zoals MSM.
Bij 17,2% van de consulten werd een of meer soa gevonden. Dat is een stijging ten opzichte van 2014 (15,5%). Bij MSM was het percentage gevonden soa het hoogst (20.9%), maar dit is wel stabiel ten opzichte van andere jaren. Bij vrouwen en heteroseksuele mannen is er een stijgende trend. Dit is mogelijk te verklaren doordat er in 2015 meer mensen zijn getest die tot de groepen behoren met het hoogste risico.
De Thermometer seksuele gezondheid geeft een eerste berichtgeving over de belangrijkste cijfers en trends van soa en seksuele gezondheid in Nederland in 2015. De cijfers zijn beschikbaar gesteld door de centra seksuele gezondheid, GGD’en en Stichting HIV Monitoring, Rutgers en de medisch microbiologische laboratoria. In juni 2016 verschijnt het jaarrapport 2015 hiv/soa in Nederland.’