26 januari 2016
Meer tijd in de spreekkamer kan onnodige zorg terugdringen
Er wordt steeds meer aandacht gevraagd voor onnodige zorg, bijvoorbeeld zorg rond het levenseinde of behandeling met dure medicatie met maar weinig meerwaarde. Het NIVEL is ingegaan op onnodige zorg in de huisartsenpraktijk. Huisartsen hebben vaak te maken met onduidelijk of onzekere situaties, waardoor het lastig is om vast te stellen of en wanneer er sprake is van onnodige zorg. Huisartsen krijgen vooral te maken met beginstadia van klachten die mogelijk duiden op een ziekte, maar die ook heel vaak vanzelf overgaan. NIVEL-onderzoeker Liset van Dijk: “Huisartsen zouden dan meer tijd moeten kunnen nemen voor overleg met de patiënt. Bijvoorbeeld om vragen te bespreken als: is nader onderzoek wel zinvol? Is een geneesmiddel nu wel nodig?”. Zo’n gesprek leidt niet altijd tot duurdere zorg. Patiënten die goed geïnformeerd zijn, kiezen namelijk vaak voor een wat conservatievere, en dus goedkopere behandeling. Dit kan ook de keuze zijn om geen behandeling in te zetten”.
Het niet inzetten van een behandeling gebeurt al in de huisartsenpraktijk. Twee op de tien zorggebruikers zeggen wel eens ‘nee’ tegen een behandeling die de huisarts voorstelt. En één op de tien zorggebruikers heeft wel eens meegemaakt dat de huisarts een behandeling waar zij om vroegen, niet wilde geven. Tegelijk vindt ruim de helft van de huisartsen dat de beroepsgroep wel eens te veel zorg verleent. Dan gaat het bijvoorbeeld om dubbele diagnostiek, te snel doorverwijzen of het te snel voorschrijven van een geneesmiddel. NIVEL-onderzoeker Liset van Dijk: “Het is dus zoeken naar de balans tussen niet te veel zorg maar ook niet te weinig. Een initiatief als de Dappere Dokters sluit hierbij goed aan. Dit zijn artsen die vinden dat optimale zorg het streven moet zijn in plaats van maximale zorg”.
De organisatie en financiering van de gezondheidszorg werken soms onnodige zorg in de hand. Het gaat hier bijvoorbeeld om het betalen per verrichting of behandeling of de soms gebrekkige samenwerking tussen de eerste en de tweede lijn. Daarnaast is er behoefte aan verdere onderbouwing van richtlijnen op basis waarvan huisartsen handelen. Voor veel richtlijnen ontbreekt de evidentie, die nodig is bij de afweging om wel of niet nader onderzoek aan te vragen of een behandeling te adviseren.