20 januari 2015

Meten zonder prikken bij pasgeborenene

Het onderzoek wordt uitgevoerd door Nienke Bosschaart, biomedisch technoloog. Zij legt uit dat het afnemen van bloed bij zieke en te vroeg geboren baby’s veel nadelen heeft. Het is pijnlijk en veroorzaakt bloedverlies bij kinderen met een relatief laag bloedvolume: bij een prematuur van 25 weken komt de hoeveelheid bloed overeen met de inhoud van een espressokopje. Bovendien is het tijdrovend en duur om het bloed, soms wel drie keer per dag, af te nemen en te verwerken in het laboratorium. Daarom wordt gezocht naar mogelijkheden om bloedafname te vervangen door een niet-invasieve en snelle test.
 
Al in de jaren ‘80 zijn er transcutane bilirubinemeters ontwikkeld waarmee bilirubine in de huid wordt gemeten middels optische spectroscopie. Daarbij wordt wit licht op de huid geschenen. ‘Bilirubine absorbeert bepaalde kleuren zodat je aan de hand van het teruggereflecteerde licht de concentratie bilirubine kunt bepalen’, legt Bosschaart uit. Maar helaas blijken de concentratiewaarden van bilirubine in de huid niet één-op-één te correleren met de waarden in het bloed. Daardoor kan deze bestaande techniek alleen worden gebruikt als screeningsmiddel.
 
Bosschaart heeft een nieuwe spectroscopische techniek (LCS: laag-coherente spectroscopie) ontwikkeld waarbij de lichtabsorptie niet wordt gemeten in de huid, maar in een enkel oppervlakkig gelegen bloedvat. Door direct in het bloedvat te meten, kunnen we wél een één-op-één vergelijking maken met de bloedafname. Dit doen we door de afmetingen van het meetvolume te verkleinen tot enkele micrometers (vergeleken met enkele millimeters bij de oude techniek). Daarnaast kunnen we de locatie van dit meetvolume heel nauwkeurig kiezen. We kunnen elk bloedvat naar keuze doormeten, mits dit bloedvat maximaal een halve millimeter diep ligt en minimaal 60 micrometer breed is. Met deze nieuwe techniek zijn de waardes veel nauwkeuriger te bepalen en wordt prikken echt overbodig.
 
De laatste maanden is de techniek verder verfijnd waardoor Bosschaart nu ook in staat is om onderscheid te maken tussen geconjugeerde en ongeconjugeerde hyperbilirubinemie. Of behalve hemoglobine en bilirubine ook andere stoffen te meten zullen zijn met het apparaat moet de toekomst uitwijzen. ‘Behalve wit licht kun je in theorie ook uv-licht of infraroodlicht gebruiken. Glucose heeft bijvoorbeeld een absorptiepiek in het infrarode spectrum, maar deze is een stuk minder krachtig. Mogelijk kunnen we ook kwalitatieve defecten van de rode bloedcel oppikken. Vorm en grootte van een rode bloedcel zijn van invloed op de verstrooiing van licht. De verstrooiing kunnen we goed kwantificeren met onze techniek. Hemolyse en aandoeningen als sikkelcelanemie kunnen dan hopelijk ook vastgesteld worden. Maar dat is toekomstmuziek.’