19 juli 2016

Onderzoek naar minder antibiotica door snelle diagnostiek

Koorts is een van de meest alledaagse klachten waarmee kinderen bij de huisarts of in het ziekenhuis komen. De meeste koortsklachten komen door een virusinfectie die vanzelf over gaat. Maar soms gaat het om levensbedreigende bacteriële infecties. Met de huidige diagnostiek is het niet mogelijk om snel het verschil te zien tussen een bacteriële of virale infectie. Hierdoor ondergaan wereldwijd duizenden kinderen per dag ingrijpende medische onderzoeken en krijgen zij antibiotica in afwachting van de uitslag. Achteraf is veel van dit antibioticagebruik, dat alleen zinvol is bij een bacteriële infectie, onnodig.

Minder antibiotica
Het onnodig en excessief gebruik van antibiotica kan op den duur leiden tot de opmars van bacteriën die resistent zijn tegen antibiotica. Het terugdringen van antibioticagebruik is dringend nodig om te voorkomen dat bacteriële infecties onbehandelbaar worden. Een betrouwbare test die direct na afname het onderscheid maakt tussen een virus of bacterie kan het probleem deels oplossen. Er zijn aanwijzingen dat infecties te herkennen en te onderscheiden zijn aan een specifiek patroon van genetisch materiaal en eiwitten in het bloed dat ontstaat door de afweer tegen deze infecties. De te ontwikkelen nieuwe test kan op dit patroon gebaseerd worden.

Klinisch onderzoek
Een deel van de Nederlandse bijdrage bestaat uit klinisch onderzoek. In het bloed van kinderen die met koorts naar de dokter gaan wordt gezocht naar de bacteriële of virale patronen. Daarnaast analyseren de onderzoekers van meer dan 50.000 kinderen medische data om het medicatiebeleid te achterhalen. Het gaat daarbij niet alleen om kinderen die bij de spoedeisende hulp of de huisarts komen met koorts, maar ook om risicogroepen zoals kinderen met immuunziekten of ontstekingen. Met deze gegevens zijn ook de kosteneffecten te berekenen van de invoering van een nieuwe sneltest.

Huidige test vs sneltest
Momenteel zijn bacteriële infecties vast te stellen door een kweek te maken van bacteriën uit bijvoorbeeld een bloedmonster. Na ongeveer 48 uur is hiermee een betrouwbare uitslag mogelijk, waarbij dan ook duidelijk is om welke bacterie het gaat. In het PERFORM project ligt de nadruk op het snel kunnen meten van het verschil tussen een bacterie of een virus. De uitslag van een dergelijke test kan direct na afname beschikbaar zijn.

Wereldwijde impact
Ronald de Groot, hoogleraar Kindergeneeskunde bij het Radboudumc: “Dit project is het resultaat van een al lang lopende internationale samenwerking. We bouwen in dit onderzoek voort op het eerdere Europese project EUCLIDS, waarin we gekeken hebben naar de genetische achtergrond van de gevoeligheid en het verloop van ernstige bacteriële infecties bij kinderen. Het is de bedoeling om de test die uit het nieuwe onderzoek komt op grote schaal toe te passen, zodat we een bijdrage kunnen leveren aan het wereldwijd terugdringen van het antibioticagebruik.”