Minder darmkanker door bevolkingsonderzoek
Sinds de invoering van het bevolkingsonderzoek darmkanker in 2014 neemt het aantal diagnoses gestaag af. Bovendien komt de darmtumor in een vroeger stadium aan het licht.
Alle Nederlanders tussen de 55 en 75 jaar worden uitgenodigd voor de darmkankerscreening. Zij ontvangen daarvoor een zelfafnametest en sturen het fecesmonster op voor analyse. Bij een ongunstige uitslag volgt een coloscopie, waarbij verdachte poliepen (voorlopers van darmkanker) en tumoren worden verwijderd. Na invoering van het bevolkingsonderzoek is een dalende trend zichtbaar in het aantal diagnoses darmkanker.
Ook wordt via het bevolkingsonderzoek darmkanker vaker in een vroeger stadium gediagnosticeerd. In 2013 was maar 18 procent van alle darmkanker diagnoses een stadium I (vroegtijdige) tumor. In 2021, zeven jaar na invoering van het darmkankeronderzoek, was dat percentage gestegen tot 31 procent. In diezelfde periode nam het aandeel stadium IV tumoren ―de meeste ernstige vorm― af van 26 procent (2013) tot 19 procent (2021). Hoe lager het stadium van de tumor, hoe beter te behandelen en hoe beter de prognose. Zo is de vijfjaarsoverleving van stadium I tumoren rond de 95 procent, terwijl dat voor stadium IV tumoren slechts 12 tot 14 procent bedraagt.
Klik hier voor meer informatie