16 augustus 2013

Nederlanders positief tegenover DNA-onderzoek

Klaas Dolsma, directeur van het Erfocentrum dat het onderzoek uitvoerde: ‘De uitslag is in lijn met de actuele discussie naar aanleiding van de berichten over borstkankergenen en preventieve operaties. Mensen willen weten waar ze aan toe zijn.’
 
Er is in de afgelopen decennia heel veel bekend geworden over de rol die genen spelen bij gezondheid en ziekte. Op dit moment kennen klinisch genetici de rol van 5000 ‘ziekmakende’ genen, en dat aantal zal alleen maar stijgen. Dolsma: ‘Ook daarom is publieksinformatie zo belangrijk.’
 
Als mensen een kinderwens hebben, wil zelfs 70% zich laten onderzoeken op eventueel dragerschap van erfelijke ziekten (zoals erfelijke bloedarmoede).  Wat aanstaande ouders vervolgens zouden doen met de uitslag van zo’n test, is aan hen. Soms kunnen zij zich hierdoor beter informeren en voorbereiden op de (mogelijke) ziekte van het kind.
 
Andere ouders zullen naar aanleiding van de uitslag prenataal onderzoek doen (vlokkentest of vruchtwaterpunctie). Gaat het om ernstige ziektes, dan kunnen ouders PGD (embryoselectie) overwegen. Volgens Dolsma vergroot genetisch testen bij een kinderwens de keuzevrijheid van aanstaande ouders, maar bepaalt dat niet welke keuze ouders maken.
 
Nederlanders zijn terughoudend als het gaat om het opslaan van hun eigen DNA. Een minderheid (30%) is bereid om zijn DNA op te laten slaan in een databank, als dat mogelijk de eigen gezondheid kan verbeteren. ‘Mijn DNA is privé’ zegt bijna een kwart van de respondenten, terwijl bijna de helft van de mensen eerst meer informatie wil, voordat ze hier een keuze in kunnen maken.
 
Klik hier voor meer informatie: www.erfocentrum.nl en www.erfelijkheid.nl