10 oktober 2014

Niet te snel bloedtransfusie bij septische shock

De onderzoekers includeerden duizend Scandinavische patiënten op de IC met de diagnose septische shock en met een hemoglobinegehalte (Hb) lager dan 5,6 mmol/l. Deze patiënten kregen op basis van randomisatie bloedtransfusies bij twee verschillende grenswaarden: ofwel bij een Hb lager dan 5,6 of lager dan 4,3 mmol/l. De overleving na negentig dagen bleek gelijk (43 versus 45 procent), net als het aantal ischemische complicaties, ernstige bijwerkingen en noodzaak tot ‘life support’ als dialyse en beademing. Wel kregen de patiënten met de lage Hb-grenswaarde vijftig procent minder transfusies: nul  tot drie zakjes versus twee tot zeven zakjes. Meer dan een derde (36 procent) ontving zelfs helemaal geen bloed, in de andere groep was dat 1 procent.

Paul Hébert en Jeffrey Carson pleiten in hun editorial voor een standaard lage Hb-grenswaarde van 4,3 mmol/l (=7 g/dl), die in alle richtlijnen voor sepsis zou moeten worden opgenomen. Een eerdere ‘Surviving Sepsis Campaign’-richtlijn maakt wel uitzonderingen voor bijvoorbeeld patiënten met myocardischemie en acute bloedingen. Hébert en Carson vinden dat  - zelfs bij deze groep ernstig zieke patiënten-   terughoudend (restrictief) transfusiebeleid moet worden gevoerd.