Nieuwe bloedtest bepaalt noodzaak hepatitis B behandeling
Met een relatief eenvoudige bloedtest kunnen artsen bepalen of patiënten met chronische hepatitis B veilig kunnen stoppen met hun medicatie.
Chronische hepatitis B-patiënten moeten levenslang virusremmers slikken om te voorkomen dat het virus zich reproduceert. Maar het virus verdwijnt nooit helemaal uit het lichaam en kan weer opvlammen als de behandeling met virusremmers stopt. Omdat hepatitis B vaak wordt ontdekt tussen het 30e en 40e levensjaar, moeten patiënten tientallen jaren medicijnen slikken. Dat is belastend en geeft risico op bijwerkingen. Met de nieuwe bloedtest blijkt het mogelijk om verantwoord te stoppen met de medicatie.
De test is ontwikkeld door onderzoekers van het Erasmus MC. Zij ontdekten dat als dankzij de medicatie in het bloed geen virus-DNA meer te vinden is, het overgebleven virus in de lever nog wel bepaalde eiwitten produceert, met name twee hepatitis B-antigenen HBsAg en HBcrAg. Deze zijn beide in bloed aantoonbaar. Een HBsAg-bepaling, die is in elk ziekenhuis beschikbaar is, blijkt te volstaan om opvlamming van het hepatitis B-virus te voorspellen. Als de HBsAg-waarde onder de 100 IU per milliliter is, kan de patiënt veilig stoppen met medicatie. Wel is een regelmatige controle nodig om zeker te zijn dat het virus echt wegblijft.
Er zijn in Nederland naar schatting 40.000 mensen met hepatitis B, van wie er naar schatting zo’n 4.000 een indicatie hebben om behandeld te worden met virusremmers. Met de nieuwe bloedtest kunnen artsen eenvoudig en veilig bepalen of levenslange behandeling noodzakelijk is.
Klik hier voor meer informatie