25 maart 2014

Nieuwe bloedtest ziet alzheimer drie jaar van tevoren aankomen

Wetenschappers zoeken al langer een manier om dementie in een vroeg stadium op te sporen. Ze denken dat alzheimer vooral ongeneeslijk is omdat de hersenschade die bij de ziekte optreedt al te ver gevorderd is wanneer de diagnose gesteld wordt. Mogelijk kan eerder ingrijpen het ziekteproces vertragen of zelfs stoppen.

Het onderzoeksteam onderzocht jarenlang bloedmonsters van 525 ouderen van 70 jaar en ouder. Zo ontdekten ze tien specifieke moleculen in het bloed, waarschijnlijk afbraakproducten van afstervende hersencellen, die samenhingen met neurologische achteruitgang. Deze moleculen, zogeheten fosfolipiden, zijn heel vroege indicatoren van de omvangrijke hersenschade die zichtbaar is als iemand alzheimer heeft.

De onderzoekers spoorden het afwijkende bloedpatroon op bij mensen die al alzheimer of mild geheugenverlies hadden. Op basis van het bloedbeeld konden de onderzoekers deze patiënten van gezonde proefpersonen onderscheiden. De onderzoekers zagen het bloedbeeld ook veranderen bij mensen die in de loop van het onderzoek dement zouden worden.

De bloedtest is veelbelovend, aldus de onderzoekers, maar de resultaten moeten nog wel door andere laboratoria en bij grotere groepen ouderen bevestigd worden. Dan pas mag geconcludeerd worden dat de test echt betrouwbaar de eerste (preklinische) tekenen van alzheimer of dementie opspoort. Het team van Federoff wil verder onderzoeken of de test ook bij jongere mensen werkt en of het wellicht mogelijk is nog verder in de toekomst te kijken. Andere onderzoekers werken aan

alzheimertests op basis van hersenscans of moleculen in de hersenvloeistof, maar die zijn duurder en minder praktisch dan een bloedtest.