6 september 2013

NZA: één tarief helpt zorgverzekeraar goed zorg in te kopen

De NZa wil dat verzekeraars onderhandelen met een partij die volledig verantwoordelijk is voor de zorg die zij verleent. Daarbij past een integraal tarief voor het totaal van ziekenhuiskosten en specialistenhonoraria. De NZa vindt dat alleen een instelling het integrale tarief mag declareren. Uit de consultatie onder veldpartijen is gebleken dat de keuze om het declaratierecht alleen bij de instelling te leggen tot de meeste discussie leidt. Vrijgevestigd medisch specialisten vrezen hierdoor hun fiscale status van vrij ondernemer te verliezen.
 
De NZa vindt dat de integrale tarieven voor ziekenhuiszorg noodzakelijk zijn. De situatie die er nu is, is niet optimaal voor verzekeraars om vrij in te kopen. De NZa stelt nu nog tarieven vast voor het loon van specialisten. Dat belemmert het ziekenhuis om taken van specialisten bijvoorbeeld door goedkopere medewerkers te laten doen. Door in 2015 een integraal tarief in te voeren waarin – net als in alle andere zorgsectoren – naast de ziekenhuiskosten ook de volledige personeelskosten zijn verwerkt, kunnen verzekeraars veel beter sturen op de prijs, de kwaliteit en de hoeveelheid behandelingen van ziekenhuizen.
 
Het aparte honorariumplafond voor medisch specialisten moet wat de NZa betreft dus verdwijnen. Dit belemmert verzekeraars om verschillende pakketten aan zorg aan te bieden voor hun verzekerden. Nu moeten de verzekeraars door het honorariumplafond soms ook niet-efficiënte zorgaanbieders contracteren, omdat dat per ziekenhuis grotendeels de hoeveelheid te leveren zorg bepaalt. Dit kan de zorgpremie onnodig hoog houden.  In het advies stelt de NZa voor het totaalbudget van ziekenhuizen en medisch specialisten, de macrokaders, samen te voegen. Als dit macrokader overschreden wordt, dan kan de minister dat geld met het macrobeheersingsinstrument bij het ziekenhuis terughalen.
 
Aandachtspunt bij het invoeren van integrale tarieven is de regiomaatschap van medisch specialisten die steeds vaker voorkomt in Nederland. De NZa heeft een studie laten verrichten door iBMG naar de omvang en gevolgen van het vormen van regiomaatschappen. Want, als die marktmacht hebben en zich dus onafhankelijk van het ziekenhuis kunnen gedragen, kan dit bij integrale tarieven een probleem opleveren in de onderhandelingen. De maatschappen kunnen bijvoorbeeld hoge tarieven vragen en de verzekeraar heeft dan geen andere keuze voor een andere aanbieder in de buurt.
 
De NZa en de Autoriteit Consument en Markt (ACM) hebben nu al middelen om in te grijpen bij marktmacht en kartelvorming. De NZa adviseert de minister om de bevoegdheden van de NZa uit te breiden zodat zij effectiever tegen de maatschappen kan optreden. Zo zouden in de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg) ook maatschappen als zorgaanbieder moeten worden aangemerkt en wil de NZa de bevoegdheid om maatschappen in een uiterste geval te ontbundelen. De ACM heeft een document opgesteld met de belangrijkste vragen en antwoorden over hoe zij tegen regiomaatschappen en samenwerking met ziekenhuizen aankijkt.