Onderzoek naar tests om effect immunotherapie te voorspellen
Immunotherapie biedt een veelbelovende behandeling voor kanker, maar er is nog veel onbekend over de werking en over waarom de behandeling bij sommigen wel en bij anderen niet aanslaat.
Een veel gebruikte vorm van immunotherapie voor de behandeling van kanker is gebaseerd op toepassing van zogeheten checkpoint remmers. Hoewel deze behandelmethode enorme vooruitgang heeft geboekt, werkt het maar bij een deel van de patiënten. Sandra van Wilpe (Radboud UMC) onderzocht voor haar proefschrift verschillende biomarkers om patiënten die baat hebben bij immunotherapie beter te kunnen selecteren.
Zij toonde aan dat veranderingen in het RNA-transcriptoom in bloed tijdens de eerste weken van behandeling met immunotherapie wijzen op een goede uitkomst. Daarnaast ontdekte zij dat tumoren met een defect in bepaalde DNA herstelgenen, immunologisch lijken te verschillen van tumoren zonder een dergelijk defect. Dit biedt ook een belangrijk criterium om patiënten te selecteren voor behandeling met immunotherapie.
Naast betere patiëntselectie richtte het promotieonderzoek zich ook op effectievere behandelcombinaties met name het effect van chemotherapie en radium-223 op het afweersysteem.
Voor meer informatie klik hier