28 mei 2014

Ontdekte sleutel van allergie opent weg naar betere behandelingen

Ongeveer een derde van de bevolking heeft last van een allergie - een veel te heftige reactie van het immuunsysteem op relatief onschuldige stoffen in de lucht, in het voedsel of op de huid. Astma, eczeem, hooikoorts en voedselintolerantie zijn het gevolg. Hoe die aandoeningen ontstaan, waarom de een ziek wordt en de ander niet en hoe het kan dat bestaande behandelingen maar zo matig werken - daarover tasten artsen nog altijd in het duister.

Een nieuwe techniek, ontwikkeld door onderzoekers van de afdeling immunologie van het Erasmus MC, kan helpen die vragen te beantwoorden. 'Als we deze cellen niet in handen hebben, zullen we de antwoorden waarschijnlijk nooit vinden', zegt Menno van Zelm, een van de onderzoekers.

De stof die het lichaam van allergiepatiënten overuren laat draaien is immunoglobuline-E (IgE). Over IgE is al veel bekend, maar de afweercellen die de antistof aanmaken (een speciaal type B-cellen) zijn altijd uit het zicht gebleven. Dat komt doordat ze maar met weinig zijn (ongeveer 1 op elke 10 duizend witte bloedcellen) en doordat ze verdraaid lastig van andere typen B-cellen waren te onderscheiden.

Van Zelm ontwikkelde met twee collega's een techniek om deze IgE-producerende cellen te herkennen in het bloed en ze te scheiden van andere cellen. Ze publiceerden hun bevindingen afgelopen week in het Journal of Allergy and Clinical Immunology. De Rotterdammers gebruikten een zogeheten flow-cytometer, die cellen een voor een kan meten en selecteren. Dat gebeurt met kleuringen, die eiwitten op de membraan van cellen zichtbaar kunnen maken.

Nu onderzoekers de allergiecellen in handen kunnen krijgen, wordt langzaam duidelijk hoe die cellen reageren op een allergie opwekkende stof. Inmiddels hebben de Rotterdammers ontdekt dat, anders dan gedacht, IgE-cellen op uiteenlopende manieren kunnen ontstaan.

'Een zwaar compliment voor het zeer degelijke werk', reageert Huub Savelkoul, hoogleraar celbiologie en immunologie bij de Wageningen Universiteit. 'Door hun techniek kunnen we met een sterkere loep naar deze IgE-cellen kijken. Dat grotere detail hebben we echt nodig om het moleculaire mechanisme van allergie beter te begrijpen.'