3 juni 2013

Screenen op diabetes verlaagt risico vaatziekten niet

 

Een recente grote studie in The Lancet vond na 10 jaar follow-up geen enkel overlevingsvoordeel in de gescreende populatie.

In theorie is het niet uitgesloten dat screening niet zozeer de mortaliteit maar juist de morbiditeit kan beïnvloeden. Op basis van het werk van Erwin Klein Woolthuis (UMC St Radboud) en collega’s lijkt ook dat niet het geval te zijn. Zij onderzochten of mensen bij wie suikerziekte middels screening was vastgesteld een lager risico hadden op manifestaties van hart- en vaatziekten dan patiënten bij wie klinische symptomen ten grondslag lagen aan de diagnose. Ze vergeleken een groep van 359 mensen die een of meerdere risicofactoren hadden – zoals een familielid met suikerziekte – en van wie de huisarts een screenende test deed, met 206 diabeten bij wie de ziekte in een symptomatisch stadium was vastgesteld.

Na een follow-upduur van gemiddeld ruim 7 jaar was het percentage majeure cardiovasculaire gebeurtenissen, zoals een hart- of herseninfarct, niet significant verschillend. Ook het percentage microvasculaire complicaties was vergelijkbaar. Volgens de auteurs is het opvallend dat de populatie door screening gediagnosticeerde patiënten significant vaker al hart- en vaatziekten had dan de symptomatische groep, en dat dit verschil gedurende de follow-up verdween. Toch lijkt daar een goede verklaring voor te zijn: van de criteria die de huisartsen gebruikten om hoogrisicopatiënten te identificeren waren de belangrijkste direct of indirect geassocieerd met hart- en vaatziekten. Het blijft kortom moeilijk om op basis van een niet-gerandomiseerde studie keiharde conclusies te trekken.