20 januari 2015
Screenen verlengt leven niet
Saquib e.a. zochten RCT’s en meta-analyses waarin screening op ziektes waarvan overlijden een veel voorkomende uitkomst is. Denk daarbij aan mammografieën, testen op fecaal occult bloed om darmkanker en buikecho’s om een abdominaal aneurysma van de aorta op te sporen.
In bijna een derde van de RCT’s werd vastgesteld dat de kans om te overlijden aan de ziekte waarop gescreend werd (ziektespecifieke mortaliteit) afnam door screening. Bij slechts 1 op de 10 nam de kans om vroegtijdig te overlijden door welke oorzaak dan ook (totale mortaliteit) af. Geen enkele meta-analyse toonde aan dat de totale mortaliteit door een onderzochte screeningsmethode afnam. Bij vier screeningsmethoden kwam uit de meta-analyse wel een reductie in ziektespecifieke mortaliteit (de bovengenoemde testen én flexibele sigmoïdoscopie om colorectale kanker op te sporen). Daarbij merken de auteurs op dat zij bij een aantal trials die een reductie in totale mortaliteit laten zien, vraagtekens zetten. Bijvoorbeeld omdat er gelijktijdig met de screening ook andere interventies plaatsvonden.
Ze benadrukken dat daarmee niet gezegd is dat screening niet effectief kan zijn: er zijn meer uitkomsten dan sterfte alleen. Maar de hoop dat de levensverwachting door uitvoerig screenen toeneemt, moet getemperd worden, wat hen betreft.