16 april 2014

Zorg volgens Nictiz niet klaar voor zelfmeetapparatuur

Volgen de auteurs van het rapport ‘Zelfmetingen en de Nederlandse gezondheidszorg’ kan het gebruik van zelfmetingen bijdragen aan een efficiëntere zorg. Vooralsnog bestaan er echter nog veel vragen rond de kwaliteit en betrouwbaarheid van dit soort gegevens, alsmede de vastlegging, de wijze van transport en de duiding. Ook is er onduidelijkheid over de uitwisselbaarheid, veiligheid en juridische aspecten. Bovendien is de kennis op het vlak van zelfmetingen en zelfmeetapparaten onvoldoende, zowel bij de patiënt als bij zorgprofessionals.

Met het oog op een betere benutting van de mogelijkheden van zelfmetingen pleiten de auteurs voor standaardisering. Daarbij moeten internationale standaarden voor operabiliteit en inter-connectiviteit het uitgangspunt te worden, zoals HL7, IHE en Continua Health Alliance. “Het grotendeels ontbreken van deze standaarden in de huidige zelfmeetindustrie is ongewenst en vertraagt de uitwisselbaarheid van gegevens en hindert de acceptatie van zelfmetingen door professionals”, zo constateren de auteurs.

Ook maken de auteurs zich sterk voor certificering van de verschillende sensoren, mobile devices en apps. Bestaande initiatieven hiertoe moeten gebundeld en versterkt worden. Daarnaast onderstrepen ze de noodzaak van een actueel, betrouwbaar, transparant en publiekelijk beschikbaar overzicht van nieuwe apps en apparaten. De Inspectie voor de Gezondheidszorg heeft vorig jaar een voorzichtig begin gemaakt met het toezicht op certificering van medische apps. De branche zelf is huiverig voor strenge certificering omdat dit de apps duurder maakt. Dit maakt vermarkting lastig en schrikt potentiële klanten af. De markt voor zelfmeetapparatuur groeit explosief. Te denken valt aan digitale hulpmiddelen die lichaamsgewicht of basale lichaamsfuncties als bloeddruk , bloedglucose, hartfrequentie en hartritme meten. Maar er zijn ook al hulpmiddelen in omloop die huidvlekjes, bacteriën en zelfs genetisch.