7 juli 2017

Zorgverzekeraars onderscheiden zich onvoldoende

Volgens ACM en NZa is onderscheid van belang voor een goed functioneren van de zorgverzekeringsmarkt. Meer onderscheid tussen zorgverzekeraars geeft patiënten en verzekerden meer mogelijkheden om te kiezen voor wat zij belangrijk vinden, zowel bij hun keuze van een polis als bij het selecteren van een zorgaanbieder. Daarmee draagt onderscheid bij aan de kwaliteit en diversiteit van het zorgaanbod. Ook liggen er kansen voor preventie.

De belangrijkste conclusie van ACM en NZa is dat zorgverzekeraars veel mogelijkheden om zich van elkaar te onderscheiden onbenut laten. Zo doen collectieve verzekeringen volgens ACM en NZa nauwelijks recht aan de noden van specifieke groepen verzekerden.

Gezondheidsrisico's

Bijna zeventig procent van de verzekerden is aangesloten bij een collectief, bijvoorbeeld via de werkgever of gemeente. De achterliggende gedachte is dat bepaalde groepen verzekerden vergelijkbare gezondheidsrisico’s of sociale problemen hebben. Voorbeelden zijn collectieve verzekeringen van gemeenten voor mensen met een minimum inkomen en werkgevers met veel kantoorpersoneel. De werkgevers kunnen bijvoorbeeld afspraken maken met zorgverzekeraars over beroepsgerelateerde gezondheidsrisico’s, zoals RSI of lage rugpijn. Toch spelen zorgverzekeraars hier nauwelijks op in, vinden ACM en NZa.

Prijsvoordeel

Veel van de bestaande collectieve verzekeringen bieden nu geen op maat gesneden zorg, maar slechts een prijsvoordeel. Daarmee blijven mogelijkheden voor betere zorg en preventie onbenut, terwijl collectieve verzekeringen hiervoor het instrument bij uitstek zijn. Bij individuele verzekeringen is veel minder ruimte; zorgverzekeraars profileren zich daar vooral op premie en keuzevrijheid, omdat verzekerden vooral op deze aspecten letten bij het kiezen van hun polis.

Ook op het gebied van dienstverlening laten kunnen zorgverzekeraars zich meer van elkaar onderscheiden. ACM en NZa denken hierbij aan het actiever benaderen van verzekerden voor zorgbemiddeling of zorgadvies. Zorgverzekeraars ervaren van verzekerden of de samenleving weinig prikkels om hierin te investeren. Veel verzekerden weten ook niet dat zorgverzekeraars deze diensten aanbieden.

Met een goed zorgadvies of door zorgbemiddeling kunnen verzekerden betere keuzes maken tussen zorgaanbieders. Dat komt ook de kwaliteit van het zorgaanbod ten goede. Het werkt ook andersom: meer aandacht van verzekerden voor advies en ondersteuning van de zorgverzekeraar stimuleert verzekeraars om hier meer mee te doen